Vrijdag 8 augustus 2014:
- Dagje uit in Vlissingen.
- Weer: Bewolkt, buien, ook perioden droog, wind ZO 4, 21 graden
Vandaag was het broeierig en warm en er waren veel buien voorspeld. Die kwamen ook, maar overdag viel het mee, we hebben er weinig last van gehad. Puur geluk. We gingen met de fietsen naar het veer Breskens-Vlissingen voor een overtocht van ca. 20 minuten. Vlissingen heeft een oude binnenhaven, beschermd door vloeddeuren, waar nu een jachthaven in gevestigd is. We komen er eigenlijk nooit, maar als we de aanloop en de haven zelf nu van dichtbij zien is het zeker een optie voor de toekomst.
De oude binnenstad is een typisch Nederlands havenplaatsje, zij het dat er in WO II veel is weggebombardeerd, waardoor het historisch karakter veel minder is dan bijvoorbeeld in Enkhuizen of Hoorn. De strategische ligging is natuurlijk ook veel belangrijker. Op de foto hierboven zie je het oude havenhoofd met daarachter de kazematten, nu een museum.
Toen we de oude kerk wilden bezichtigen bleek daar een lunchpauze concert te zijn op het orgel met een programma van Pachelbel (nee niet de canon!), Bach en Buxtehude. Een beetje van dik hout qua registratie en stijfjes qua timing naar mijn smaak, maar ja, ik kom dan ook niet uit het vrijgemaakt gereformeerde hoge noorden, zoals onze organist. Toch leuk!
Verder is er qua cultuur niet heel veel te beleven, de musea zijn erg op families met kinderen ingesteld, met piraten, haaien en ander spannends. Nee, dan lunchen we liever op een terrasje met uitzicht op het paraderende publiek, sommigen in kledij die zon en 30 graden suggereert, anderen in poncho of chagrijnig onder een paraplu de paar vallende druppels ontwijkend.
Naast de jachthaven is de loodshaven, waar loodsboten af en aan varen om alle scheepvaart van en naar zee in goede banen te leiden. Dat vereist vakmanschap en uitstekende lokale kennis, want het stroomt hard in alle kronkelende Westerschelde geulen. 20 meter ernaast met zo’n gigantisch containerschip en je ligt op de bank, hoog en droog. Wat ook af en toe gebeurt.
Het natuurschoon van de Westerschelde moet je soms zoeken, want op beide oevers staat zware industrie, zoals hierboven de raffinaderijen van Terneuzen in de verte. Wind tegen stroom moet je hier niet hebben en met het tij tegen kom je nauwelijks vooruit. Kortom, een uitdagend vaarwater, want je moet ook nog al die oceaanreuzen en binnenvaartschepen ontwijken. De nevengeultjes zijn wat dat betreft het leukst. Bovenstrooms, bij het verdronken land van Saeftinghe krijgt de natuur wat meer ruimte, als je de kerncentrale van Doel tenminste even wegdenkt…
Op de terugweg hebben we boodschappen gedaan en net toen we bij de boot aankwamen begon het echt te regenen. We hebben gegeten in de jachtclub (duur maar lekker). Morgen kijken we even naar het weer en beslissen dan wat we gaan doen: direct naar de overkant en naar Middelburg, of eerst een tochtje langs de Hooge Platen en dan naar Middelburg. Het weer blijft onbestendig, zondag komt er een overblijfsel van de tropische cycloon Bertha over met opnieuw veel wind en regen. Pas na volgende week donderdag lijkt het allemaal stabieler te worden, dus we doen even rustig aan met een weekje Zeeland. Het voelt als een “extra” vakantie na onze lange tocht.