Donderdag 17 juli 2014:
- Whitby – Scarborough: 18 mijl, 1765 mijl totaal
- Vertrek: 0700 uur (HW-0130), aankomst 1000 uur (HW+0130)
- Wind: ZW 3, draaiend ZO 0-2)
- Weer: zonnig, 17 graden
Het was vanochtend weer eens vroeg opstaan. Hoog water viel om 0831. De korte tocht van 18 mijl naar Scarborough zou ongeveer 3 uur duren en we wilden niet te laat na HW daar aankomen omdat de haveningang vrijwel droogvalt. We voeren dicht langs de schitterende hoge kust. Daar is het altijd oppassen voor lobsterpots. De grote visserij met trawlers is in de Noordzee vrijwel verdwenen, maar hier langs de oostkust wordt nog veel op kleine schaal naar krabben en kreeften gevist. Series van 10-20 kooien met aas erin zijn onderling met lange touwen verbonden en worden met kleine scheepjes uitgezet op de zeebodem. Ze worden gemarkeerd met kleine boeitjes met (als je geluk hebt) vlaggetjes eraan. Je kunt er rustig tussendoor varen, maar niet eroverheen, want dan loop je het risico met schroef of roer in de lijn verward te raken. Langs de kust varen is dus altijd goed uitkijken.

Het binnenhalen van de lobsterpots.
De hoge kliffen ten ZO van Whitby lijken van zandsteen te zijn, heel anders dan de ertsrijke rode gesteenten ten NO van het plaatsje.

De vuurtoren enkele mijlen ten ZO van Whitby.
Dit stuk kust is ook minder toegankelijk en de weinige dorpjes die er zijn, waren vroeger dus echte smokkelaarsnesten.

Robin Hood’s bay, een oud smokkelaarsnest.
Er stond heel weinig wind, maar de stroom stond goed mee en na drie uur liepen we Scarborough aan. In de grote binnenhaven zijn nog een stuk 20 van die kleine krabvissers actief en twee kleine trawlers zoals je die ook wel op het Duitse wad tegenkomt. De rest van de haven wordt ingenomen door de marina. De havenmeester en zijn watchkeeper zijn bijzonder vriendelijk en dat geldt ook voor de lokale zeilers, die jaarlijks met een boot of 20 oversteken naar Nederland met een wedstrijd. Morgen is het zover, ze kennen het hele IJsselmeer.

De binnenhaven van Scarborough met op de achtergrond het platte strandvermaak.
Scarborough heeft eigenlijk 4 kanten: historisch is het een regionale hoofdplaats met het oude kasteel majestueus op de klif. Het is natuurlijk van huis uit een vissersdorp. In de 19e eeuw ontwikkelde het zich -net als Brighton- tot een mondaine vakantiebestemming voor de hogere klasse. Al van verre zie je het Grand Hotel en de andere Victoriaanse gebouwen de skyline domineren.

De aanloop van Scarborough met het Victoriaanse Grand Hotel als landmerk.
Om de welgestelde gasten van het hooggelegen hotel naar het strand beneden te brengen (en terug) bouwde men een korte kabeltram langs de klif omhoog. Hij doet het nog steeds, wat goed uitkomt als je met een berg boodschappen moet sjouwen!

De 19e eeuwse kabeltram.
En ten vierde is de stad een moderne badplaats. In Engeland staat dat synoniem voor Bingohallen, gokpaleizen en ander luidruchtig elektronisch vermaak. Het strand lijkt wel bijzaak. Tijdens hoogwater is er trouwens nauwelijks een strand. Dan maar Fish & Chips eten! Of boottochtjes maken in een speedboot, een roestbak van een rondvaart boot (“old steamer”…) of een namaak “piraten”bootje. Ze varen de hele dag af en aan. 4 x per uur 10 passagiers à 3 pound en dat dan 6 uur lang…. tel uit je winst!

Vertier op het strand.
Hoe dan ook, het blijft een leuk plaatsje met dat kasteel hoog boven de haven. De komende twee dagen staat de wind stevig door uit het ZO en dat is pal tegen. Eén haven verder is Bridlington en die is niet zo leuk om een paar dagen te blijven, en daarna wachten ons een paar lange trajecten naar Grimsby, Wells-next-the-sea en Lowestoft. Tevens wordt er gewaarschuwd voor zwaar onweer in het weekend. We blijven dus even. Geen probleem, we vermaken ons prima!

Het kasteel boven de haven.
Als je bovenstaande foto uitvergroot, dan zie je dat het witte motorbootje For Cods Hake heet. Typisch Britse Humor. Cod is kabeljauw en Hake is Heek…